2 Samuel 1:8

SVEn hij zeide tot mij: Wie zijt gij? En ik zeide tot hem: Ik ben een Amalekiet.
WLCוַיֹּ֥אמֶר לִ֖י מִי־אָ֑תָּה [וַיֹּאמֶר כ] (וָאֹמַ֣ר ק) אֵלָ֔יו עֲמָלֵקִ֖י אָנֹֽכִי׃
Trans.wayyō’mer lî mî-’ātâ wayyō’mer wā’ōmar ’ēlāyw ‘ămālēqî ’ānōḵî:

Algemeen

Zie ook: Amalek, Qere en Ketiv

Aantekeningen

En hij zeide tot mij: Wie zijt gij? En ik zeide tot hem: Ik ben een Amalekiet.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יֹּ֥אמֶר

En hij zeide

לִ֖י

-

מִי־

tot mij: Wie

אָ֑תָּה

zijt gij

ו

-

יאמר

En ik zeide

וָ

-

אֹמַ֣ר

-

אֵלָ֔יו

tot

עֲמָלֵקִ֖י

ben een Amalekiet

אָנֹֽכִי

hem: Ik


En hij zeide tot mij: Wie zijt gij? En ik zeide tot hem: Ik ben een Amalekiet.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!