SV | En hij zeide tot mij: Wie zijt gij? En ik zeide tot hem: Ik ben een Amalekiet. |
WLC | וַיֹּ֥אמֶר לִ֖י מִי־אָ֑תָּה [וַיֹּאמֶר כ] (וָאֹמַ֣ר ק) אֵלָ֔יו עֲמָלֵקִ֖י אָנֹֽכִי׃ |
Trans. | wayyō’mer lî mî-’ātâ wayyō’mer wā’ōmar ’ēlāyw ‘ămālēqî ’ānōḵî: |
En hij zeide tot mij: Wie zijt gij? En ik zeide tot hem: Ik ben een Amalekiet.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
En hij zeide tot mij: Wie zijt gij? En ik zeide tot hem: Ik ben een Amalekiet.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!